“Het lijkt me fantastisch om meerdere paarden op vier sterren niveau te hebben. En zelf opleiden vind ik het leukst.” Eventing amazone Nienke van Roekel (23) maakt deel uit van het Rabobank Talententeam. Haar doel is om ooit mee te doen aan de Olympische Spelen. Daar werkt ze heel hard voor.
We spreken Nienke midden in het eventingseizoen, ze heeft het hartstikke druk. Hoewel haar toppaard Bylbao zich vorig jaar blesseerde en nog niet helemaal terug is op zijn oude niveau, heeft haar sponsor Coral Estate het ervaren paard Sagnol voor haar aangeschaft, zodat ze meer ervaring op het hoogste niveau kan opdoen. “Dressuur is niet zijn sterkste punt, maar ik heb hem twee keer in een twee sterren wedstrijd gestart en dat ging erg goed, hij ging foutloos. In Polen reed ik een drie sterren wedstrijd, maar ik viel in de cross. Daarna heb ik in Renswoude rustig aan gereden om het vertrouwen weer terug te krijgen.” Haar jonge paard Gentleman start ze op twee sterren niveau. “Die wil ik volgend jaar ook in de drie sterren uitbrengen. En daarnaast heb ik natuurlijk nog mijn jonge paarden.” Volgens Nienke zijn haar drie toppers allemaal anders. “Bylbao is een beetje een slagschip. Schattig lelijk, noem ik hem altijd. Hij kan niet zo spectaculair bewegen, maar de cross doet hij als het moet met zijn ogen dicht, zo makkelijk. Hij is in het springen niet al te voorzichtig, dus ik moet hem er goed bij rijden. Hij heeft wel veel vermogen. Sagnol is schrikkerig. Die moet ik niet te lang losrijden, want hoe warmer hoe gekker hij wordt. Hij kan ineens in paniek schieten en dat is dan twee tellen later weer over. Daar moest ik eerst wel even aan wennen. In de cross heeft hij veel power naar voren. Zijn hals is vrij kort, dus ik moet hem genoeg lengte geven. Hij springt op een eigen maniertje, maar wel heel voorzichtig. Gentleman is de makkelijkste van de drie. Hij kijkt nergens naar, is soms wat te loperig in de dressuur en nog onervaren in de cross. Maar het is geen flauw paard en hij kan ook goed springen. Ik ben deze zomer tijdens de Gelderse kampioenschappen nog derde met hem geworden in het Z springen.”
Niet kleinzerig
Eventing bestaat uit drie onderdelen. Nienke’s sterkste punt is het springen. Ze probeert haar paarden als springpaard op te leiden, zodat ze eventueel voor die tak van sport geschikt zijn, mocht het crossen ze toch niet zo liggen. “Het is niet altijd in te schatten of een paard geschikt is voor eventing. Vermogen is daarvoor niet alles, ze moeten een groot hart hebben en niet te kleinzerig zijn. Als ze te voorzichtig zijn, geven ze er in de cross meestal de brui aan als het echt lastig wordt.” Nienke krijgt springtraining van oud bondscoach Wim Bonhof.“Ik heb daar veel profijt van. Hij vindt het leuk om te filosoferen hoe we tot het beste resultaat kunnen komen. Springen is namelijk wezenlijk anders dan crossen. Ga je in een parcours, waar de balken los liggen, plat door de bocht, dan kom je er niet. Dus oefenen we veel in het sluiten en op het achterbeen houden van mijn paarden. Vooral voor Bylbao is dat belangrijk, die is groot. Ik vind het belangrijk dat mijn paarden goed luisteren en zo aan de hulpen staan dat ik ze in het springen bij me kan houden.” In de dressuur wordt Nienke begeleid door Bart Bax. Ze noemt het haar mindere punt. “Ik heb Sagnol afgelopen winter een paar keer in de Z1 in een gewone dressuurwedstrijd gestart, om meer routine op te doen. Dat was heel goed voor ons. Omdat er niets van af hing, kon ik hem gewoon een keer stilzetten als hij in een eenvoudige wissel doordramde. In een internationale eventingwedstrijd doe je dat niet, dan probeer je zo foutloos mogelijk door zo’n proef te komen. Maar nu kon ik in wedstrijdverband oefenen op de gehoorzaamheid en dat heeft ons goed gedaan. Ik moet zeggen dat ik het daardoor ook leuker ben gaan vinden. Mijn paarden worden snel heet. Ik moet er aan wennen, dat ik dan gewoon blijf rijden, ook al voelen ze als een bommetje.”
Gezonde spanning
Nienke komt uit een echte paardenfamilie. Haar ouders deden ook aan eventing, maar ze kreeg de smaak zelf pas echt te pakken toen ze met haar zus Elsemiek mee mocht naar een internationale wedstrijd voor pony’s in Frankrijk. “Ik vond het geweldig, had voor de zekerheid mijn rijbroek meegenomen, omdat ik overal bij wilde helpen.” Ze nam de pony’s van haar zus over, die inmiddels op Curaçao woont en de rijbroek in de wilgen heeft gehangen. Haar andere zus Femke rijdt wel en helpt Nienke regelmatig bij de training. “Wie niet bang is, is gek”, zei de beroemde Engelse eventingruiter William Fox Pitt ooit. Nienke is het helemaal eens met die uitspraak. “Toen ik één ster reed keek ik wel eens bij de twee ster en dacht ik ‘over een tijdje durf ik dat wel’. En zo heb ik mezelf steeds uitgedaagd. Als ik een cross verken denk ik best wel eens ‘oei, het staat best dik’! Maar als ik van start ben en de eerste hindernissen gaan goed, dan kom ik in een soort flow. Het geeft een ontzettende kick als je dan aan de finish komt. Natuurlijk val ik wel eens. En daarna moet ik mezelf echt even oppeppen, want dan ben ik wel voorzichtiger. Gezonde spanning hoort erbij. Soms zie je ruiters rondgaan als een idioot, dat is wachten op ongelukken, geen reclame voor de sport! Natuurlijk kan er altijd iets mis gaan. Ook ik schat een afstand wel eens verkeerd in. Maar ik verbaas me er altijd weer over hoe handig paarden zijn. Ze redden zich er vaak uit.”
Tijdens de wedstrijden is Nienke te herkennen aan haar roze outfit met een blauwe cap. Blauw en roze zijn haar lievelingskleuren. “Ik houd van mooie spullen. Ik heb de gave om, zonder op een prijskaartje te kijken, altijd het duurste uit te kiezen dat ze hebben in een winkel. Ik ben niet van de rokjes en hakken, want ik houd van doorlopen.” Te paard heeft ze ook vaak ‘gewone’ shirts aan. “Ik vind die speciale shirtjes van die ademende stof best duur eigenlijk.” Haar favoriete rijbroeken zijn van Equiline. Met en zonder grip en vaak blauw van kleur. “Als ik meerdaagse wedstrijden rijd, bewaar ik die met grip voor de laatste dag. Als ik het andersom doe, voelt het alsof je zo raar los zit.” Ze noemt haar caps en bodyprotector met airjacket de belangrijkste attributen. “Ik rijd thuis ook altijd met een cap. Van Uvex, die is lekker luchtig. Voor de wedstrijden heb ik eentje van Samshield in de dressuur en een Charles Owen zonder klepje voor het springen, zodat mijn neus niet breekt als ik erop val.” In de cross gaat er altijd een hartslagmeter mee voor haar paard. En na afloop doet ze beenbeschermers met icepacks om. “Ik heb ook een fijne coolinggel van Cavalor.” Als het winter wordt is het eventingseizoen voorbij en traint Nienke haar paarden af. Scheren doet ze ze liever niet. “Best veel werk en als je er eenmaal mee begint zit je eraan vast. We poetsen veel en ze krijgen dekens op.” Haar studie fysiotherapie heeft Nienke voorlopig even gestaakt. Het was niet te combineren.
“Als ik in de sport iets wil bereiken moet ik het nu doen. Mijn doel is om ooit een Olympische Spelen mee te rijden. Ik denk dat Rio misschien net iets te vroeg komt. Het team dat brons won is nog actief en zij hebben meer ervaring. Maar ik wil wel zorgen dat ik gekwalificeerd ben. Stel dat er eentje uitvalt, dan wil ik klaarstaan. En anders over vier jaar. Ik heb leuke jonge paarden, waar ik veel van verwacht. Jullie gaan zeker nog van mij horen.”
Tekst : Tessa van Daalen
Foto’s : Arnd Bronkhorst